Liefde op de boerderij

 

Wat smullen we jaarlijks van het programma Boer zoekt Vrouw. Het haalt de tijd een beetje terug.

In het televisieloze tijdperk kwam de boer meestal op de kermis aan de vrouw. Tussen de botsauto’s en oliebollenkraam: daar gebeurde het, daar knetterden de liefdesvonken. Na enige tijd lokte de verlovingsring. Een jaartje of wat later werd het bruidspaar in de kerk drie keer afgeroepen en volgde de trouwpartij.

Een huwelijksreis was niet aan de orde want het dagelijks werk wachtte. Als het even kon, kwamen er al snel kinderen, meestal vlot op elkaar. Bleef de wieg leeg dan kwam de pastoor langs om te informeren naar de stand van zaken, het huwelijksgeluk en de godvruchtigheid. En passant legde hij nadrukkelijk de verwachtingen van de Rooms-Katholieke kerk uit.

De rolverdeling was in die tijd vanzelfsprekend, de boer deed het vee en verbouwde het land. De vrouw verzorgde het huishouden, de kinderen en de moestuin. Ze werkte mee op het land tot de kinderen kwamen. Zo gebeurde dat ook bij ons thuis op ons buurtschap De Schans bij Alphen aan de Maas. We woonden in een, wat we nu een ‘tiny’ huis noemen; mijn ouders, vijf broers en ik. In de beginjaren met opa Driek. Van privacy was weinig sprake. Opa sliep in een hoek van de keuken. Zijn domein was provisorisch afgescheiden met een gordijn. Ik herinner me dat hij meestal in de schaduw van het schuurtje zat. Met een zak pruimtabak.

Het leven was overzichtelijk en vredig

Wij speelden als het even kon buiten. De kippen pikten hun graantje weg en zorgden voor kakelverse eitjes. Het vee leverde het vlees. We aten uit eigen tuin. In de moestuin stonden groenten, de fruitbomen zorgden voor lekkere appels en peren. Pony Max graasde tevreden, wachtend op zijn ritjes naar het land in de polder waar de koeien in de zomer graasden. In de winter stond het vee op stal. Als ik naar de wc in het achterhuis moest, werd ik tijdens mijn toiletgang loeiend begeleid. Dat was een minder prettige bijkomstigheid. De slachter zorgde goed voor zijn vrouw: het eerste en het beste stukje wat hij afsneed, reserveerde hij altijd voor haar. ‘Dit is voor ons Dina’, zei hij dan. De blaas van het varken werd apart gehouden. Die werd gedroogd en daarna over een pot uitgespannen. Met een rietje in het midden werd er een foekepot van gemaakt, een soort volksmuziekinstrument. Daarmee gingen mijn oudste vier broers op Vastenavond zingend langs de deur. Soms was de opbrengst ruimhartig en kregen ze wat snoep of kleingeld. ‘Samen delen’ werd er vaak bij gezegd. Dat was moeilijk toen een bewoner een hele cent gaf. Zo’n enorm bedrag is natuurlijk moeilijk deelbaar door vier. Het was een lange route. Onderweg werd aan een voordeur de suggestie gedaan om een volgende keer de jongste, kleine Appie, vooraf op het toilet te zetten. Het langdurige zingen had zijn tol geëist, het veroorzaakte een lekkage.

Een eigen plekje

In het voorjaar gingen de koeien dartelend de wei in en deden zich te goed aan het verse gras. De stallen werden schoongemaakt en daarna was het achterhuis mijn plekje. Ik bakende een deel af met appelkistjes. Het werd op die manier een beetje mijn zomerse zitkamer. Broer Henk had ook zo zijn domein, een ‘hut’ op de hooizolder. Daar markeerde hij met zijn slinger van uitgeblazen eieren zijn plek. In juli keken we uit naar het binnenhalen van het hooi. Als vanzelfsprekend hielpen buren en kennissen hierbij mee. Daarbij gaf de gesteldheid van het weer een spanningsveld, het moest enkele dagen erg warm zijn zodat het maaisel zo droog mogelijk de hooizolder op kon. Gerommel in de verte maakte het hooien soms extra spannend. Opgelucht werd er geproost met een jenevertje.

In de vroege ochtend en avond werd er met de hand gemolken. Mijn vader reed daarvoor met pony Max en de platte kar naar de koeien in het veld en kwam met gevulde melktuiten terug. De melk werd later op de dag bij de boeren opgehaald voor transport naar de melkfabriek. De geboorte van een jong kalfje was een mooi moment. Een hoek van de deel werd vrijgemaakt en er werd alvast een bedje van vers stro klaargelegd. Soms ging het met de ‘kraamvrouw’ niet vlot. Aan de pootjes van de boreling werd dan een houtje met gevochten touw gebonden. Daaraan werd getrokken, het kalfje kwam dan vlot naar buiten en werd daarna op het bedje gelegd en schoongewreven.

Maar het leven bracht ook zijn mindere kanten. Aan het boerenleven kwam een einde toen rond mijn 12e mijn vader ziek werd. Hij overleed net voor mijn 14e verjaardag. Kort daarna verhuisden we, zonder pony Max, naar het Kerkeind. Dichter bij het dorpse leven, met de winkels, de kerk en de diepvries.

Zoektocht naar de liefde

Het boerenleven spreekt bij veel mensen nog steeds tot de verbeelding. De laatste jaren draagt ook het programma Boer zoekt Vrouw hier ruim aan bij.

Pasgeleden kozen drie jonge boeren een andere methodiek. Ze stelden hun erf open. Zij promoten op die manier zichzelf als potentiële partner in de liefde en laten gelijktijdig het boerenleven en de producten zien. De boerderij van nu is een groot productiebedrijf geworden met niet te vergelijken investeringen. De moderne boer of boerin leest de vakbladen en bezoekt studiedagen en workshops. Men bewaakt de kwaliteit van het werken. Er wordt nagedacht over het ammoniakbeleid, luchtbewassing, het gebruik van fosfor en de mineralisatie. Een fikse klus, zo naast het vele uitvoerende boerenwerk. Gelukkig melkt men niet meer met de hand, maar wordt er vaak gebruikt gemaakt van een melkrobot. Dat maakt het proces rond de melkproductie ietsje gemakkelijker.

Vrijwel niets is meer hetzelfde maar enkele zaken veranderen niet. Dat zijn de blauwe overall en bovenal de liefde voor het boerenvak!

2 antwoorden op “Liefde op de boerderij”

  1. In dat huis hebben wij meet plezier 48jaat gewoond Koosje.Jullie zijn nog eens met jullie hele gezin bij o s op bezoek geweest
    Was erg gezellig.Dacht dat je moeder toen 80 of 85 jaar werd.
    Gr van Jan en Mia Sas

    1. Beste Mia,

      Wat een verrassende reactie. Ik herinner het me nog heel goed, moeder werd 80 jaar, ze vond het echt een verrassing. Op een soort van huifkarwagen met alle kleinkinderen en kinderen op naar de Wamelseweg 1. Ik heb toen, met jou, rondgekeken boven op de overloop. Daar sliep ik vroeger. Ik ben bezig met een lang verhaal en hoop dat uit te kunnen brengen. Daar heeft het huis en het Alphense natuurlijk een grote rol in. Ik zal je t.z.t. informeren.

Reacties zijn gesloten.