De kleuren van het Maas en Waalse leven

Lente

De lente breekt aan. Het rivierenlandschap ontwaakt uit haar winterslaap.

Madeliefjes, het speenkruid en de dotterbloem, ze lopen uit.

De koolmeesjes kwetteren erop los, de steenuil bewaakt de kerk.

De boer stapt in zijn klompen en zet de schuurdeuren wagenwijd open. De koeien krijgen de lentekriebels en duikelen over elkaar heen de wei in.

De verhoogde dijken trekken de eerste al dan niet elektrische fietsers. De vele motoren komen uit de winterstalling.

Serene lentebloesems slingeren zich als een lange bruidssluier door het rivierengebied heen.

Zomer

De fruitbomen ontknoppen en hebben nu krachtige kronen.

Wapperende blote jurken laten de zomer dansen. De pontjes dobberen vol vakantiegangers heen en weer. Ze zijn op zoek naar Gouden Ham en Groene Heuvels, naar de expeditie Over de Maas met de vele briljante vondsten uit een ver verleden.

Warmte geeft droogte, het water trekt zich aarzelend terug. De kribben van de Waal lijken langer en langer. De oeverwallen en zandruggen laten zich zien. De Maas meandert langs gelegenheidsstrandjes. De theehuizen schieten als paddenstoelen uit de grond.

Er wordt gemaaid en gekuild, de boer is voor de winter binnen.

De kersen- en pruimenpluk nadert, het fruit is bijna vlezig. De vogelverschrikker en het kanon draaien overuren. De appels en peren wachten hun tijd nog even af.

Herfst

De dagen worden korter, de herfst doet zijn intrede en brengt buien en najaarsstormen met zich mee.

De bomen kleuren van donkerrood naar okergeel. Tussen de rivieren zijn de luchten bijzonder. Purper en oranje flirten met de ondergaande zon.

Druk pratende leerlingen ploegen zich in regenpak van school weer huiswaarts. De boer lokt het vee weer naar de droge stal.

Veel vogels vliegen naar warmere oorden, de kerkuil blijft op zijn nest.

 

Winter

Koning Winter dient zich aan, de vorst laat soms van zich horen. Het geeft de spruiten en boerenkool een extra smaak.

De eerste sneeuw valt als poeder over de geploegde akkers.

Gemeentewerkers haasten zich naar de werf en strooien ruim met zout.

De slee komt van de zolder, de schaatsen uit het vet. Het is genieten op wielen en grienden, stille getuigen van het eens zo hoge water.

Het ijs op sloot en wetering vertoont de eerste barsten, een waaghals komt thuis met natte voeten.

We tellen af. In de verte klinkt een kerkklok.

 

Informatie:

In augustus bezocht ik bij Museum Tweestromenland de expositie van de fotografen Hans Bartels en Ger Loeffen, met prachtige beelden van het Maas en Waalse leven. Ik nam deel aan de daaraan gekoppelde schrijfwedstrijd.Het inspireerde me tot dit prozaverhaal. Ik ontving daarvoor de tweede prijs.

Bovenstaande foto is gemaakt door Kas van Dijk die de eerste prijs bij de kinderfotowedstrijd ontving. De foto is gemaakt bij Greffelingen in Alphen aan de Maas.

Met dank aan de familie van Dijk voor het beschikbaar stellen van de foto.