Dit wordt ie, mijn vastentrommeltje voor de komende tijd. Even de handrem op het zoet. Mijn vastentijd begint, net als vroeger, direct na Carnaval. Het askruisje, zoals ik dat vroeger na de mis op Aswoensdag ophaalde, laat ik even voor wat het is. Het is een teken van boete. Ik vind dat het met mijn zonde eigenlijk wel meevalt.
Trommelbewaarder
Vanaf Aswoensdag tot aan Paaszaterdag stonden er in mijn jeugd zes trommeltjes op de hoge keukenkast. Moeder was trommelbewaarder. Alles wat we kregen aan snoep en koek verdeelde ze eerlijk. Niet alle snoep was ingepakt. Nogal eens kreeg je in een winkel iets lekkers zonder papiertje. Vaak een snoepje van een zweterige soort. Met wat geluk klonterde er een tweede aan vast. Je keek er dan even naar, maar nee, je was goed ingeprent. In de punt van de jaszak bewaarde je het voor het trommeltje. Het was echt een zonde als je het opsnoepte. En als je iets niet wilde, was het dat je vlak voor Pasen in de biechtstoel, met het schaamrood op de kaken, moest zeggen: ik heb stiekem gesnoept. In de beleving van een kind is veertig dagen vasten heel erg lang. We keken dan ook erg uit naar Pasen. Met het overvolle trommeltje in het zicht moest je op Goede Vrijdag eerst nog naar de mis. Ik voel nog mijn knokige knieën op de harde kerkbank. Er kwam maar geen einde aan de veertien staties op de berg Golgotha.
Toen het eenmaal Paaszaterdag was gingen we los. De trommeltjes kwamen van de kast. Daarin een mix van groot en klein snoepgoed. Soms zag het er niet uit. Maar dat deerde niet. Al snel waren onze trommels leeg en sloeg de misselijkheid toe. Voor mij was er daarna altijd de vaste prik, een lang aanhoudende tandpijn.
Meedoen?
Ik zie mijn hernieuwde start met het Vastentrommeltje als een pittige uitdaging. Ik ben nu de trommelbewaarder en zal zelf het beheer tot een goed einde moeten brengen. Mijn verjaardag in maart is gelijk een goede testdag. Gewoontegetrouw rollen de eitjes die dag ruimhartig binnen. Ik hoop dit jaar verschoond te blijven van de chocolade kiloknallers. Hoewel ik een paasei of kleine haas in de smaak karamel of zeezout zeer kan waarderen beloof ik dat ik mijn trommel bij de hand houd.
Wil je met me meedoen en ook veertig dagen niet snoepen ? Zorg er dan voor dat je op woensdag 6 maart een ruim trommeltje hebt. Mocht je willen starten met een askruisje dan kun je op die dag de Sint Jan of een andere kerk binnenlopen. Gewoon tijdens een van de missen. Het is niet nodig een afspraak te maken.
Héééerlijk snoepverhaal Koosje.
Ik ben van een latere lichting en een grootverbruiker.
Gelukkig, heb een excuus 🙂
Koosje, het is als bij mij thuis. De trommeltjes waren niet zo vol. Direct na de oorlog was er niet veel. Wel een goede herinnering. Groetjes Jo
Ongelofelijk herkenbaar geschreven. Probeer mee te doen met het tommeltje. Succes!
Heel goed en succes!
Há Koosje,
Als de dag van gisteren beleef ik de snoeptrommel weer. En wij kregen ook nog dagelijks snoep van klanten, bij wie wij per fiets bestellingen afleverden. Wat een beproevingen!!
Op de zondagen mochten we wel eens wat uit de buit halen, maar er was ook een verzamel-competitie onderling 🙂
En inderdaad ik zou nu nóg meer moeite hebben met het vinden van die echte ‘ biechtzonden ‘.
Weer een herkenbaar verhaal van vroeger! Zie mijn trommeltje nog voor me en wat een rijkdom als het open mocht!!!!!
Even weer het gevoel ophalen, meedoen Marian?
ja, Koosje, ook bij ons stonden er 5 snoeptrommeltjes hoog op een plankje, we keken er vaak in voordat de bewuste dag er was dat we
het trommeltje officieel mochten openmaken.
En inderdaad, heel soms was er een snoepje uit, de biechtstoel in en dan je spijt betuigen………
Inmiddels hebben er zich, ook in biechtstoelen in de St.Jan, andere taferelen afgespeeld, ander snoepgoed.
Maar onze tijd van het hebben van een snoeptrommeltje, ja,
bijzonder toch?
Wat ´n dapper streven! Als het alleen over snoepjes gaat dan denk ik dat het me wel zal lukken, maar mijn uitdaging worden vooral de koekjes! Maar ik ga toch proberen het vol te houden vanaf woensdag!
Goed streven Ted! Veel succes.
Mooi heel herken baar
Hallo Koosje,
Zojuist weer je fraaie pennevruchten gelezen. Het roept weer herinneringen op uit het begin van de jaren zestig. Al hoewel ik niet katholiek opgevoed ben en het dus niet zelf heb ondervinden kan ik het me goed herinneren dat het bij de buurtkinderen precies zo toeging als bij jouw thuis. Ook als niet katholiek weet ik dat er veertien staties waren en niet twaalf zoals je schrijft. Ik kan me niet indenken dat jij in die tijd vroegtijdig afhaakte of….?
Dank je wel Wim. Nee van vroegtijdig afhaken was geen sprake 🙂 Ik zal de staties hier even bijwerken en bedankt voor jouw tip. Super.
Als je t moeilijk vindt mag je de snoepjes bij mij in de bus doen. Aan het einde van de vasten krijg je ze dan! Echt waar!
Gerry ik zal het onthouden..hoop dat je brievenbus niet volslipt..