Wat is hij prachtig. Ze draait zich om in bed en slaat een arm om zijn brede schouders heen. Ze dringt zich op maar hij is in een diepe slaap.
Alles is mooi aan hem. Ze raakt in vervoering van zijn pennenstreken in gedichten en boeken. Maar het is meer; het is zijn hele voorkomen. Een Griekse God met een Italiaanse snit. Hij ademt vivre uit. Zijn vingers vol robuuste ringen. Zijn vierkante kop omlijst door donkerblond wapperend haar. Zijn maatkostuum en zelfs zijn stropdas winden haar op. Hij kent dan wel alle terrasjes in Genua, maar so what? Bij haar is hij op zijn best. Hij is een goede minnaar die vanuit het Hastings bed haar laat opstijgen naar de zevende hemel.
Plots schrikt ze wakker. Haar Henk eist meer ruimte in het echtelijke bed. Hij duwt haar van zich af, met een smak beland ze naast het bed.
Koosje de Leeuw 2-9-2020