Jong geluk?

 

 

De blauwe regen tooide zich dit voorjaar weelderig met zware bloemtrossen rond de cortenstalen boog. Op de voet gevolgd door lange, zwiepende uitlopers. Nauwelijks was de plant bekomen van zijn uitbundige bloei, of de ‘New Dawn’- rozen begonnen ook aan een sierlijke opmars langs de boog. De vogels vlogen af en aan, het was een waar feest voor het oog.

Toch viel het me al enige tijd op dat de stoeptegels in de tuin bezaaid lagen met mos, takjes en ander klein spul. Ongeveer twee weken geleden ontdekte ik in de wirwar van blauwe regenuitlopers twee nestjes. Eén ervan hing er slordig en half af bij, duidelijk een gevalletje van instortingsgevaar. Maar een meter verderop zag ik tussen het lover een prachtig, gevlochten nestje. En daarin, bijna statig, een onverstoorbaar broedende merel.  Ze bleef zo’n kleine tien dagen mindfull zitten. Stiekem gluurde ik regelmatig door de haag.

Soms nam ze een kleine pauze en vloog ze even weg, om even later weer neer te dalen op het nest. Tijdens de warme broeierige dagen zag ik haar vaak met open snavel. Ze zag er wat verhit uit. Voordat ik een weekendje naar Zwolle vertrok, zette ik een vogelbadje voor haar neer.

Een gevlogen vogel?

Na mijn terugkomst merkte ik dat het nest verlaten was. Was ze vertrokken? Was ze kort elders op bezoek of sprokkelde ze voedsel? Nieuwsgierig nam ik een kijkje van bovenaf en zag tot mijn verrassing enkele prachtig blauwgroene eitjes liggen. Wat leuk! Op voorhand genoot ik al van het aanstaande jonge vogelgeluk in mijn tuin.

Toch riep haar afwezigheid vragen op. Hoe moest dat met die eitjes? Was het vrouwtje aan het bijklussen, al elders begonnen aan het bouwen van een nieuw nestje?

Ik dook het internet op en sprak echte vogelaars…
En ja, een merel weet van aanpakken: als de jongen, na zo’n twee weken, uitvliegen, is moeder vaak al bezig met een nieuw nest. Vader voedt in de tussentijd de kleintjes op. Op die manier kan een merelpaartje wel twintig jongen per jaar grootbrengen.

Merels worden gemiddeld twee tot drie jaar oud, maar sommige geluksvogels halen zelfs tien jaar of meer. Dat zijn wel de echte oude besjes.

De broedtijd is kort: al na twee weken kruipen de kuikens uit het ei. Dan vliegen de kersverse ouders af en aan met snavels vol eiwitrijk voedsel, wormen, insecten en andere lekkernijen. Met het oog daarop inspecteerde ik zojuist mijn insectenhotel. Daar is het stil. Erg stil. Zelfs de kleinste kamers zijn niet bezet. Misschien zijn de gasten nog onderweg…

Jonkies

Helaas vallen jonge vogels na de geboorte vaak ten prooi aan katten, kraaien of eksters. Gelukkig heb ik geen kraaien in de buurt, en eksters al helemaal niet. En Jim – de kat van achterbuurman Hans – komt haar Franse pied-à-terre nauwelijks uit. Ze heeft reuma en sleept met een poot. Dat schiet met de jacht niet erg op.

Maar goed, terug naar het nestje met de eitjes. Ik hoop dat de ouders zich nog laten zien en de kraamtijd serieus op zich nemen.

Ik kan de eitjes zelf niet uitbroeden, dus ik moet de natuur gewoon haar ding laten doen en geduldig afwachten.

Foto’s : eigen beheer

 

 

Om even in vogelsferen te blijven… Ein kleiner hübscher vogel

Tijdens ons novemberconcert brengen we met het JeroenBosch Koor o.a. romantische liederen van Brahms (opus 52). Op internet vond ik deze leuke voorbeeldversie. Geniet mee!