Armand en het klootjesvolk

Ik neem je graag mee naar de jaren zestig van de vorige eeuw. Vanuit het buitenland bestormden Bob Dylan en Donovan met hun protestsongs de Veronica top 40. Ook in Nederland begonnen artiesten zich af te zetten o.a. tegen het kapitalisme. Boudewijn de Groot kwam met het Welterusten, mijnheer de president.

Het dorp Dreumel was in die tijd een beetje het muzikale walhalla van Nederland. Daar in zaal Arnoldussen was het voor ons, de Maas en Waalse tieners, vaak te doen. In eerste instantie organiseerde de uitbaatster dansavonden met de quick quick slow en tango. Daar kon je de moves die je op de dansles had geleerd, in de praktijk brengen. Dansleraar Helm de Vree staat nog op mijn netvlies gegrift. Hij stuurde me met vaste hand de dansvloer rond.

 

“Armand en het klootjesvolk” verder lezen

Buitenspel

Voetbalminded, zo kun je mijn familie wel noemen. Zowel mijn vader alsook mijn vijf broers speelden bij Avios. Ik denk dat ik mag zeggen dat mijn familieleden vrij verdienstelijk voetbalden.

Het heeft nog tot 1972 geduurd voordat in mijn geboortedorp Alphen de dames de wei in gingen. Als eerste damesclub in Maas en Waal! In het dorp voetbalde wel al eerder een meisje in de competitie mee. Dat was Bernadet van Oss. Zij was handig met de bal en werd gewoon bij een jongenselftal ingezet. Ook hier was Avios een voorloper, de club was toen al gender neutraal.

“Buitenspel” verder lezen

Onvoorwaardelijke liefde

Een wanhopig briefje tegen een boom, een verdrietige weesknuffel aan de kassa, soms word je herinnerd aan het verdriet van een kind. Knuffels zijn van alle tijden. Mijn broer Toon had een knuffeltheedoek. Na een bezoekje aan familie was de doek zoek. Alle enigszins lijkende theedoeken werden door mijn moeder uit de kast gehaald maar Toon wilde alleen de enige echte. Mijn vader is op die donkere winteravond van Alphen naar Wamel gefietst om daar te zoeken naar de verdwenen doek. Tevergeefs, tot groot verdriet van Toon.

“Onvoorwaardelijke liefde” verder lezen

Bar en boos

 

Tegen het einde van de herfst van 1962 was het weer zover. Moeder sprak over steken in het hoofd. We konden er op wachten, de winter was in aantocht. Maar in deze winter van 1962–1963 spanden ook haar dooie vingers echt de kroon. Daar hielpen geen stuurmoffen aan. Het bleek de koudste winter te worden sinds 1789. Van 22 december tot en met 3 maart lag de temperatuur tussen de -10 en -20 graden. De Waddeneilanden waren niet meer bereikbaar althans niet per boot, wel te voet. Ook het IJsselmeer lag dicht en er lag zelfs een laag ijs op de Noordzee.

“Bar en boos” verder lezen