Bij de tijd

Onlangs werd in Apeldoorn de kerk De Drie Ranken heropend. Met daarbij een tijdelijke muur van ontmoeting.   Daarin zijn een tiental  ultra korte verhaaltjes opgenomen . Ook wel UKV’s  genoemd. Een UKV telt 99 woorden.

Ook mijn UKV is ingesproken in de wand. Het verhaaltje heet: ‘Bij de tijd’.

De luisterwand is inmiddels gesloten maar mijn verhaaltje is hier nog te beluisteren. (kleine minuut luistertijd)

 

Vivre met Ilja

Wat is hij prachtig. Ze draait zich om in bed en slaat een arm om zijn brede schouders heen. Ze dringt zich op maar hij is in een diepe slaap.

Alles is mooi aan hem. Ze raakt in vervoering van zijn pennenstreken in gedichten en boeken. Maar het is meer; het is zijn hele voorkomen. Een Griekse God met een Italiaanse snit. Hij ademt vivre uit. Zijn vingers vol robuuste ringen. Zijn vierkante kop omlijst door donkerblond wapperend haar. Zijn maatkostuum en zelfs zijn stropdas winden haar op. Hij kent dan wel alle terrasjes in Genua, maar so what?  Bij haar is hij op zijn best. Hij is een goede minnaar die vanuit het Hastings bed haar laat opstijgen naar de zevende hemel.

Plots schrikt ze wakker. Haar Henk eist meer ruimte in het echtelijke bed. Hij duwt haar van zich af, met een smak beland ze naast het bed.

 

Koosje de Leeuw 2-9-2020

Schrikbeeld

 

Schrikbeeld

In de diepte van haar slaap klinkt ver weg een telefoon. Ze draait zich om en trekt haar dekbed verder omhoog. Een droom verder luistert ze naar een geluid in huis. Kiert er een deur, kraakt de trap? Tergend langzaam gaat de klink van de slaapkamerdeur naar beneden. Haar adem stokt, haar hart bonkt. Ze wrijft in haar slaapdronken ogen. Ja, ze is echt wakker. Een kleine felle straal schijnt haar slaapkamer in. Het licht zoekt haar bange ogen.
‘Niet schrikken. Bent u oké?’
Haar hart maakte een sprongetje.

De ketting met de alarmeringsknop hangt verloren op haar rug.

 

Een UKV is een ultra kort verhaaltje van 99 woorden

Postfris

Mijn Jos is druk in de voortuin bezig met de bladblazer als ik de postbode de oprit op zie rijden met in zijn hand een aangetekende brief. Het geluid van de blazer verstomt en met een stevige handtekening tekent hij voor ontvangst.

Koning Willem… prevelt hij als hij langs me heen vanuit de keuken de kamer inloopt. Met trillende handen legt hij de envelop op de eettafel.
‘Zal ik ‘m open maken,’ vraag ik, terwijl ik vorsend naar zijn handen kijk.

‘Nee dat doe ik zelf. Stel je voor zeg dat er iets mee gebeurt.’

“Postfris” verder lezen